donderdag 31 januari 2008
HUGO BALL
woensdag 30 januari 2008
DANIELLE DE NIESE
Eens te meer werd het bewijs geleverd dat een cd-uitvoering niet hetzelfde is als de live enscenering.
Af en toe heb ik de neiging om als een klein kind te huilen, in de hoop dat andere mensen het kunnen horen. Meestal blijft het bij een droevige gedachte. Maar deze vier uren kan niemand nog afnemen... (P)
dinsdag 29 januari 2008
LANTERNA
maandag 28 januari 2008
ALBERTO MANGUEL
Vriendelijke groeten.
zaterdag 26 januari 2008
WALDEN
vrijdag 25 januari 2008
PASCAL MERCIER
Reeds in 2001 verscheen het boek Het handwerk van de vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil van Peter Beiri. Velen zullen hem eerder kennen onder het pseudoniem Pascal Mercier van wie het sublieme Nachttrein naar Lissabon in 2006 werd gepubliceerd. Ondanks de virtuositeit ervan, vindt het slechts zeer langzaam zijn weg naar het grote publiek. Misschien is het te wijten aan de vaak filosofische en technische uitwijdingen over vrijheid. Beiri doet zijn naam als hoogleraar filosofie aan de VUB (niet Brussel maar Berlijn) alle eer aan. Kleine nuances reeds aanwezig in de titel van zijn filosofische studie naar de eigen wil en (haar) vrijheid maken dit reeds duidelijk. De romans die erop volgden zijn oefeningen in zijn filosofische denken, want ook na Nachttrein naar Lissabon – een aanrader trouwens – verscheen er van hem Perlmann’s zwijgen.
In welke mate is het menselijk handelen te begrijpen, dit wil zeggen redenen zoeken of vinden van het handelen? En hoe verhoudt deze paradox van verklaarbaarheid, voorwaardelijkheid zich tot mogelijke gedachten aan vrijheid, aan eigen wil? Wat bepaalt dat ik juist deze keuze maak, deze zin geschreven heb, en niet eerder iets anders?
Nachttrein naar Lissabon vertelt het verhaal van een oudere man die inziet dat zijn leven, de keuzes die hij tot dan toe gemaakt heeft, niet is wat het had moeten zijn. Een impulsieve beslissing en een boek brengen de man naar Lissabon alwaar zijn ogen en denken geopend worden. Het boek was tevens de aanleiding van mijn ontdekking van Lissabon. Een ontdekking die langzaamaan uitbloeide tot een ware passie. Met spijt in het hart moet ik eerlijkheidshalve vermelden dat ook J-M DD van LDD deze roman het beste boek van 2007 vond.
Perlmann’s zwijgen richt zich eerder op de bewuste invloed van het kiezen op een mens. En vooral hoe het iemand (innerlijk) vergaat wanneer hij bedrog pleegt. Misschien niet toevallig dat Beiri in zijn filosofische verhandeling vaak verwijst naar Misdaad en Straf van Dostojewski.
Trouwens in het licht van deze literatuur en na het zien van de film Into the Wild wordt er veel duidelijk gemaakt voor een mens... (P)
woensdag 23 januari 2008
SELIGE SEHNSUCHT
Want de menigte spot maar al te graag:
Ik wil het levende prijzen
Die smacht naar de dood in het vuur.
In de koelte van de liefdesnachten
Waarin gij leven ontving en gaf,
Grijpt u een wonderlijk gevoel
Als de stille fakkel licht.
Ge blijft niet langer besloten
In de schaduw der duisternis,
En een onbekend verlangen sleept u mee
Naar een hoger bruiloftsfeest.
Geen afstand schrikt u af.
Vliegend snelt gij toe, onweerstaanbaar aangetrokken,
En tenslotte wordt ge, vlinder,
Minnaar van het licht, verteerd.
En zolang ge dit niet begrepen hebt,
Dit: sterf en wordt!
Zijt ge slechts een droeve gast
Op de donkere aarde.
Een rietstengel ontspruit aan de aarde
Om de wereld met zoetheid te vervullen!
Moge uit de rietstengel, die mijn verzen schrijft
Een vloed van zoetheid stromen.
dinsdag 22 januari 2008
EDDIE VEDDER
maandag 21 januari 2008
DE TOVERBERG
Dit hoogtepunt bij een boek kan op twee verschillende manieren gezien worden. Een hoogtepunt omdat in het geestelijk verderf van het nazisme en de concentratiekampen elke verstrooiing van de geest verboden was. Zeer te begrijpen. Zeker omdat in een fysieke gevangenis de geest van een mens nog enige vrijheid kan genieten. En literatuur is het middel bij uitstek om de geest of de fantasie ‘fris’ te houden. Ondanks alles toch nog enige vrijheid dus. (En enige moed om te overleven?)
Het hoogtepunt kan (en zal naar alle waarschijnlijkheid) ook betrekking hebben op de inhoud van het boek. En dat sluit zeer nauw aan bij de thematiek die hier al enige malen de revue gepasseerd is. Kort en krachtig: wat kan en moet ik doen? En hoe kan ik als jonge (onschuldige) mens (al) een antwoord geven op deze vraag?
“In het hartje van de zomer reisde er een eenvoudig jongmens van zijn vaderstad Hamburg naar Davos-Platz in het Graubündense land. Hij was van plan er drie weken te blijven. Maar van Hamburg helemaal daarheen, dat is een lange reis – te lang eigenlijk in verhouding tot een bezoek van zo korte duur.” Het bezoek loopt zeven jaar uit wegens een zogenaamde lichte longaandoening. Een bezoek van de jonge Hans Castorp aan zijn zieke neef Joachim Ziemszen zoals ‘Odysseus in het schimmenrijk’. Castorp voelt zich goed daar hoog in de bergen. Dankzij de verschillende wandelingen waarop Castorp vergezeld wordt door zijn neef, ontsnapt hij enigszins aan de begeestering waarin het hele sanatorium (symbool voor de zieke – Duitse – maatschappij) gehuld is. Wandelingen begeleid door twee heren, Settembrini en Naphta. Beiden representanten van twee hoofdstromen in het Europese denken (die echter geleid hebben tot dit zieke Europa). Deze uitstapjes doorbreken voor Castorp het zuiver lichamelijke en zielloze van de overige sanatoriumbewoners. Deze bewoners zijn niets anders dan een brok lichamelijkheid. Wandelen impliceert verandering van omgeving, waardoor de geest uitgedaagd kan worden. Dit lichamelijke veranderingsproces wordt door de twee heren – Settembrini en Naphta – namelijk gekoppeld aan een geestelijke ontplooiing. Ondanks alle pogingen van beide heren, laat Castorp zich (nog) te veel leiden door het sensuele (jeugdig enthousiasme) eerder dan het intellect. Juist dit laatste zal (misschien) zijn ondergang worden.
“Hij herinnerde zich een eenzaam roeitochtje in de avondschemering op een meer in Holstein, in de nazomer, enkele jaren geleden. Rond zeven uur was het geweest, de zon was al onder, de bijna volle maan reeds opgegaan in het oosten boven de beboste oevers. Toen had er, tien minuten lang, terwijl Hans Castorp over het vredige water voortroeide, een verwarrende en droomachtige constellatie geheerst. In het westen was het klaarlichte dag geweest, met glashelder, broodnuchter daglicht; maar als hij zijn hoofd omdraaide, had hij een evenzeer uitgesproken, hoogst toverachtige, door vochtige nevels doorweven maanlicht voor zich gezien. Dit zonderlinge contrast had bijna een vol kwartier aangehouden, totdat het ten gunste van nacht en maan beslecht was, en in blijde verbazing waren Hans Castorps verblinde en begoochelde ogen van de ene landschapsbelichting naar de andere, van de dag naar de nacht en van de nacht weer naar de dag gegaan.”
Met De Toverberg staat Thomas Mann (ongewild) in de traditie van de bildungsroman. Een genre waarin de loutering en de vorming van een jonge, onwetende mens door allerlei gevaren en avonturen centraal staan. De jongeling die niet zomaar uit het warme nest in de ‘gevaarlijke buitenwereld’ wordt geworpen, maar een leerschool moet doorstaan. Een leerschool die hem in enige mate voorbereidt op ‘het ware leven’. Niet dat alles ineens heldere en duidelijke vormen krijgt. Een bagage waaruit kan gepuurd worden in het verdere leven. Want zoals Vergilius in Dante’s inferno moet blijven staan aan de poorten van het paradijs, zo moest ook Castorp zijn eigen reis verder zetten. En zo zal ook elke mens dat moeten doen. “De Bildungsroman verbeeldt de ontwikkeling en ontvouwing van de geestelijke en morele vermogens van een jonge mens, die zich aan het einde van zijn leerjaren als öffentliche Person, zoals Goethe het noemde, aanpast in de samenleving, daarin een plaats gaat innemen en zich haar ten nutte maakt. Hij heeft ingezien dat het niet alleen om zijn individuele bestaan gaat, maar om het ondergeschikt maken van zijn persoonlijke belangen en wensen aan de interessen en doeleinden van de gemeenschap. Kortom, hij heeft erkend dat wie het algemeen belang als sociale essentie op zich wil dienen, een offer moet brengen.”
Niet het offer zoals dat verstaan werd door de nazi’s en uitgevoerd werd in kampen. Maar het offer zoals dat reeds duidelijk werd gemaakt in de ets van Goya De slaap van de rede creëert monsters (wat eveneens kan verwijzen naar de gruwelijkheden van het nazisme). Het offer begrepen als enige aanpassing aan de samenleving, water bij de wijn doen, een beetje jeugdig enthousiasme verliezen in het proces van volwassenwording... dromen als dromen leren aanzien.
“Niet door je te laten horen, maar door geestelijk gezond te blijven bewaarde je de erfenis van de mensheid.” - G. Orwell (P)
donderdag 17 januari 2008
MAFALDA ARNAUTH
E teres-me sempre a teu lado,
Não me fales só de amor
Fala-me também do fado.
‘Hier eindigt de zee en begint het land.’ Het land Portugal, de stad Lissabon, de poort naar Europa toe. Ooit dan toch. In een ver verleden. Nu is het eerder één van de uithoeken van datzelfde Europa. Gekend voor de vele voetbalgoden die zich verspreid hebben over de Europese grasmatten. Gekend voor zijn (andere) heiligen en missionarissen. Gekend voor zijn alcoholische dranken. Minder gekend voor zijn poëten, nog minder gekend voor zijn muziek. Maar zoals reeds eerder gezegd, deze laatste twee vormen steeds meer een reden om toch Portugees te gaan studeren. Misschien zal het begrip Saudade dan ook duidelijker worden.
Er bestaan meerdere muzikale genres in Portugal, maar Fado is veruit de bekendste vertegenwoordiging van het muzikale Lusitaans schiereiland. Ter gelegenheid van Europalia Europa werd een concert van Mafalda Arnauth gehouden in Bozar. Niet in de grote zaal, maar in de kamermuziekzaal. Spijtig want de grote zaal had zeker vol gezeten.
Muziek als taal van het onuitspreekbare... Twee klassieke gitaren, een akoestische basgitaar en een prachtige klinkende Portugese gitaar begeleidden de heldere, weemoedige, ingetogen stem van Mafalda Arnauth. Zeer opvallend is dat deze muziek, ondanks de passie waarmee en waarover gezongen wordt, niet die uitbundigheid kent die men meestal verwacht als we aan Zuiderse landen denken. Misschien ligt hier het grote verschil – en de grote aantrekkingskracht – met bijvoorbeeld het buurland Spanje alwaar flamenco juist passie als vurigheid beleeft. Een subtiele emotie alsof ze bijna niet getoond mag worden. Bang om ze kwijt te spelen of te breken?
Het lijkt mij dat vandaag de dag weinig muzikanten nog weten te spreken via hun muziek. De jonge Angelo Ferreira wist dat echter zeer goed te doen met zijn guitarra (soms alsof niet falda aan het woord was, maar hij). De muziek deed je (terug)wanen in de straten van Lissabon alwaar de poort naar de wereld openstaat. En in deze ‘winterse’ Belgische tijden kan dit het hart lichtjes verwarmen. Een onderhuids sluimerend gevoel dat niet meer weg wil gaan...
Porque foste em minha alma como um amanhecer,
Porque foste o que tinha de ser.
Het wordt tijd om Portugees te leren. (P)
woensdag 16 januari 2008
LEV TOLSTOJ
dinsdag 15 januari 2008
HENRY DAVID THOREAU
maandag 14 januari 2008
INTO THE WILD
zondag 13 januari 2008
ZELDEN RUIKT
We zwijgen beiden en ik luister naar je ademhaling,
de bevrijdende bevestiging van je bestaan. En dan,
versnelt ze langzaam wanneer ik je voel voor ik je fluister.
Je hand verdwaalt doordacht en ik capituleer
met genoegen. In het duister bakenen
je contouren af, blakeren mijn zucht.
We vloeien mateloos ineen.
Jij bent mijn concentraat,
mijn thuis in de bakermat,
mijn leven op de groei.
zaterdag 12 januari 2008
SANDRO VERONESI
Het boek was eveneens de aanleiding om de muziek van Radiohead (nog) eens aan te schaffen. Met dan in hoofdzaak OK Computer, net die cd waarna ik de groep uit het oog verloren ben. Regelmatig luistert Pietro, terwijl hij de wacht houdt aan de schoolpoort, naar het magnum opus van de Engelse groep. The Tourist krijgt hierbij een speciale plaats toebedeeld. 'You ask me where the hell I’m going at thousand feet per second? Hey man, slow down, slown down, idiot slow down...' De boodschap kan niet raker geschetst worden voor het hoofdpersonage uit de roman. En als we naar het eigen leven kijken? Schoonheid, breekbaarheid onze eigen medemens, vrienden, vrouw, kinderen... Allen staan ze vaak aan de zijlijn van het eigen (oppervlakkige) succesverhaal. Alles is tegenwoordig zo voorspelbaar, ook dit schrijven...
A heart that's full up like a landfill,
a job that slowly kills you,
bruises that won't heal
You were so tired, happy,
bring down the government,
they don't, they don't speak for her
I'll take the quiet life, a handshake of carbon monoxide
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises
Silent, silent
This is my final fit, my final bellyache with
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises, please
Such a pretty house, such a pretty garden
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises, please
vrijdag 11 januari 2008
MIJN MICHAEL
Een nietig stofdeeltje met herinneringen
“Ik vergat niets. Vergeten is sterven. Ik wil niet sterven.”
“Ik klem mezelf vast aan mijn herinneringen en aan woorden zoals een mens zich pleegt vast te grijpen aan de omheining bij een hoge plaats.”
“Ik heb tot dusver nog niets over hen verteld omdat het vergeten ten slotte begon door te breken met gaten en scheuren. Niets houdt stand tegen het vergeten. Ik heb hier alles willen opschrijven. Het is onmogelijk alles op te schrijven. De meeste dingen glijden af en sterven in stilte.”
“Alsof mens na mens niets anders zijn kan dan een kladje dat wordt verscheurd. Opnieuw gekopieerd en nog eens gekopieerd en weer afgekeurd en verfrommeld en weggegooid in de prullenmand en dan weer een keer gekopieerd met een nietige verandering. Wat een onzin. Wat een troosteloze toestand. Wat een flauwe mop.”
Uit Mijn Michael van Amos Oz (P)
donderdag 10 januari 2008
KUIFJE
Tot men anno 2007 een hele polemiek startte rond het racistische karakter van sommige van deze strips. Vooral Kuifje in Afrika kreeg het hard te verduren. Pikzwarte negertjes met knalrode dikke lippen, naakt en met speren. En de blanke man – Kuifje – die de redder komt uithangen. Zelfs de hond Bobby beaamt het karakter van de negertjes. Indien alle strips van Kuifje eens nader bekeken zouden worden, kan men er wel ‘foute’ trekken uit halen. De vraag is natuurlijk of wij deze ‘tijdsdocumenten’ moeten (blijven) veroordelen. En moet Hergé zijn strips aanpassen, d.i. censureren? De Britse Commissie voor Rassengelijkheid heeft vorig jaar gevraagd om het album Kuifje in Congo uit de rekken te halen. (Ondertussen staat het niet meer bij de kinderstrips, maar in de volwassenafdeling).
Zegt dit meer over de hedendaagse mens die een document – in dit geval een strip – niet (meer) kan plaatsen in zijn historische context? Het album uit de jaren ’30 weerspiegelt de paternalistische houding van de blanken destijds. Of zijn we onze eigen geschiedenis vergeten? Ons koningshuis liet zich niet onbetuigd in die periode. Gaan we elke politiek incorrecte kunst verwerpen of aanpassen? (P)
woensdag 9 januari 2008
THICH NHAT HANH
maandag 7 januari 2008
GODFRIED BOMANS
.
De jongeling die na langdurige ziekte eindelijk gezond het strijdgewoel ingestuurd wordt (De Toverberg).
.
.
.
Daar schrijft men niet over. Geluk blijft tussen de trekken van de pen steeds doorglippen. Elke toetsslag op een klavier is er eentje te laat. Elke penseelhaal is slechts een verre afschaduwing. Een valse noot in een overigens perfect geheel.
Een genade? Allesbehalve een getormenteerde ziel. (P)
zondag 6 januari 2008
CARLA BRUNI
zaterdag 5 januari 2008
KRIEG DEM KRIEGE!
vrijdag 4 januari 2008
GIULIO CESARE
donderdag 3 januari 2008
DE DRY COPPEN
Bovendien kun je er tot en met 12 januari nog een interessante tentoonstelling bezoeken. De fotografen Wouter Van Vooren en Jac Weerts tonen hier en in bibliotheek Tweebronnen portretten van toekomstloze kinderen in Ayacucho, een stad in Peru. Het is een expositie die meer ruchtbaarheid wil geven aan Mama Alice, een vereniging die straatkinderen in ontwikkelingslanden hoop biedt op onderwijs, sociale hulp en medische zorgen. Een intimistische tentoonstelling van een broodnodige organisatie op misschien wel de warmste plek van Leuven...
woensdag 2 januari 2008
TON LEMAIRE
dinsdag 1 januari 2008
VARIOUS AMBIENT 2008
januari: thomas fehlmann - honigpumpe
'There's something incredibly distinctive about Fehlmann's production style - from 'Stralensatz's opening, its bottom-heavy warmth sucks you into a real ear massage of an album. There's a clarity and crispness to the production that ushers in a certain sense of comfort, knowing that you're in the hands of a man so thoroughly on top of his game.'
februari: alva noto - xerrox vol. 1
'Rather this is the most haunting and intricately realised work that Nicolai has produced to date, re-contextualising his token 'glitches and bass' sound into long, organic and sometimes almost orchestral pieces of work. The digital elements are beaten into a submissive static whine leaving only traces of radio static and white noise, and underpinning this is the sampled theme - building and falling graciously.'
maart: oren ambarchi - grapes from the estate
'For his third outing on Touch, Ambarchi's immense achievement is through his sense of timing, pace and definition - slowly building pieces up to warm, glowing echoes that use dronelike beginings and head into sumptuous soundscaped vistas.'
april: murmur - undertone
'Murmur are possibly the most self restrained and least derivative operators in dub techno right now, and over the course of a handful of scarce twelves they've slowly gestated a frayed hybrid of minimal construction and fathomless BASS that has less in common with the hallowed Basic Channel axis then the work of most of their contemporaries.'
mei: ontayso - selected works from the 24 hour box vol.1
'Each disc in the original series condenses an entire day's worth of location and environmental recordings into a kind of processed abstract music. The music takes various forms, ranging from barely touched concrète elements right through to rhythmic, dub-influenced Orb-like material.'
juni: loscil - plume
'What you get are extraordinarily minimal, ethereal compositions which exert a narcotic pull on the listener's consciousness. Not much happens in Loscil's music; the drama is in the sounds' essence, in the shape and texture of distinct tones, in the myriad microscopic variations which take place in the course of each hypnotic piece.'