Het lijkt wel alsof Hans Op de Beeck zijn tentoonstelling (zie gisteren) volledig op maat van de Leuvense Sint-Pieterskerk heeft geconcipieerd. Uit zijn installaties spreekt duidelijk aandacht voor de ontmenselijking van onze hoogtechnologische maatschappij. Voor de vlucht van het lichaam in een dreigende technocalyps. In de kooromgang van het meesterwerk van de Brabantse hooggotiek stoot je op twee sublieme schilderijen van Vlaams primitief Dirk Bouts. Ook bij deze 'schilder van de stilte' lijkt het lichaam centraal te staan. De ene keer is het er. Dan weer niet. On/off.
De spierwitte installatie van Op de Beeck sluit aan bij De marteling van de Heilige Erasmus. Met afgrijzen aanschouw je hoe de derde-eeuwse katholieke bisschop en martelaar vakkundig wordt doodgefolterd: een windas draait meedogenloos de darmen uit zijn lijf. Ze liggen misschien wel in plastic rond het ziekenhuisbed van de moderne kunstenaar. Pronkstuk van de Schatkamer van de Sint-Pieters is echter Bouts' Het Laatste Avondmaal. We zijn op het drieluik getuige van de transsubstantiatie, de verandering van het brood en de wijn in het lichaam en het bloed van Christus. Het zou me niet verbazen als Op de Beeck in zijn werk een update wil maken van dit katholieke mysterie. Het schilderij uit 1464 zou hier trouwens nog altijd op de oorspronkelijke plaats hangen. Door de vensterluikjes zie je de Grote Markt tijdens de aanbouw van het Stadhuis. Jammer genoeg hangt het meesterwerk van Bouts aan de verkeerde kant om van een ware trompe l'oeil te spreken. (wordt vervolgd)