donderdag 16 april 2009

woensdag 1 april 2009

EGOLOGIE


Jaren geleden, toen toiletten nog beklad mochten worden met obscene en minder vulgaire opschriften, gelezen op de toiletmuur: I fart therefore I am. Juiste plaats om dergelijke uitspraken te doen. In andere bewoordingen, zoals in een eerder bericht, I drink therefore I am. Ook op bepaalde momenten een juiste vaststelling van de gebeurtenissen. In werkelijkheid een persiflage op het overbekende adagium van René Descartes. Al valt deze stelling te betwijfelen (denkende aan het programma 'nieuwe maandag').

Iets meer dan vierhonderd jaar geleden, nam het westerse denken een nieuwe wending. Een wending van God naar het ik. Vandaag de dag verder gepopulariseerd in de uitdrukking dat de evenaar door mijn achterwerk loopt.

Met Descartes krijgt het denken een nieuw ijkpunt. Niet meer God is het centrum van het denken, maar het autonome 'ik'. Pas met Levinas wordt deze visie zwaar op de korrel genomen als een egologie. Het andere, de ander is namelijk een bedreiging voor dat 'ik'. Totalitair denken dat de werkelijkheid verengt tot het standpunt van het ik (je pense, je peux). Slechts de komst van de medemens, de echte andere, doorbreekt de zelfgenoegzame wereld waarvan het ik het centrum is. De verschijning van het weerloze gelaat van de Ander kan mij ertoe bewegen de zorg voor het eigen zijn te vergeten, de Ander doet dan, met andere woorden een appèl op mijn verantwoordelijkheid.