donderdag 31 januari 2008

HUGO BALL


gadji beri bimba glandridi laula lonni cadori
gadjama gramma berida bimbala glandri galassassa laulitaomini
gadji beri bin blassa glassala laula lonni cadorsu sassala bim
gadjami tuffin l zimzalla binban gigla wowolimai bin beri ban
o katalominal rhinozerossola hopsamen laulitalomini hoooo
gadjami rhinozerossola hopsamen
bluku terrullala blaulala loooo

Uit: Gadji beri bimba van Hugo Ball (1916)

woensdag 30 januari 2008

DANIELLE DE NIESE


Het is niet gedaan voor de dikke dame zingt. Zelden zijn clichés zo onwaar als afgelopen dinsdag. Danielle de Niese is verre van de dikke dame die sommigen verwachten als ze aan opera denken. Integendeel zelfs. Rihanna, Madonna, Kylie Minogue: let op voor deze knappe verschijning die wel kan zingen (al blijken sommige noten niet zo helder, maar dan nog kunnen jullie popdiva’s hier alleen maar van dromen).

Met spijt moesten we aan het einde van het stuk zelfs de zaal verlaten. Niet verlaten of vervreemd, maar met een volheid, een besef, een begrip... Een soort van genade zeker? Het is lang geleden dat ik nog zo van de wereld was als dinsdag. En dat heeft niet alleen te maken met de mooie Amerikaanse op het podium. De Niese is niet de enige die de show steelt. Zo geconcentreerd, zo gefixeerd, zo aan het genieten. Giulio Cesare in MM – wat hebben mensen toch met dergelijke wansmakelijke afkortingen? - was/is subliem. Dat zal ook wel te maken hebben met de componist Händel. Maar het orkest, het Freiburger Barokorchester, de dirigent, René Jacobs, de regie, Karl-Ernst en Ursel Herrmann en de andere solisten...

Cesare is niet de norse despoot zoals we deze kennen uit de geschiedenisboeken (of via Asterix). Hij is niet het beeld dat we hebben van een heerser van de wereld. Eerder een man van vlees en bloed die zijn taak niet ten volle ter harte neemt. Hij laat zich eerder leiden door zijn hart en zijn gevoelens (dat zich soms zoals vele mannen lager bevindt dat anatomisch correct). De schone Cleopatra, gewiekste verleidster, die in haar spel van misleiding uiteindelijk tot een zeker inkeer komt. Maar ook zij is geen echte leidersfiguur. Macht en seks (of verleiding), daar lijkt het eerder om te draaien. En tussen het feestgedruis in loopt de jonge Sesto met zijn verdriet. Niemand die er echt oog naar schijnt te hebben (behalve zijn moeder).

Op vaak zeer subtiele wijze worden de personages ten tonele gevoerd. Klederdracht (zowel de binnenkant als de buitenkant spreken boekdelen), houding (arme Sesto), tonatie... Opera gebruikt de hele waaier aan (menselijke) mogelijkheden. Zowel visueel als vocaal is deze een pareltje.

Voor ik het vergeet. Dominique Visse – in de rol van Nireno – weet op zijn manier het spel van verleiding en macht te bespelen. De stem kwam me bekend voor. Uit het programmaboekje bleek de herkenning niet ongegrond. Hij speelde reeds eerder – eveneens in een werk van Händel Agrippina – een gelijkaardige rol.

Eens te meer werd het bewijs geleverd dat een cd-uitvoering niet hetzelfde is als de live enscenering.

Af en toe heb ik de neiging om als een klein kind te huilen, in de hoop dat andere mensen het kunnen horen. Meestal blijft het bij een droevige gedachte. Maar deze vier uren kan niemand nog afnemen... (P)

dinsdag 29 januari 2008

LANTERNA


Als student aan de KU Leuven was ik bezeten door de Amerikaanse postrockgroep Tortoise. Wekenlang stak het album Millions Now Living Will Never Die in mijn cd-speler en al snel verzamelde ik alles wat er voor en na dit magnum opus kwam. Tot Japanse edities toe. Ik was verliefd op de zoetgevooisde instrumentale gitaarmuziek met avantgarde weerhaakjes.

Die studentikoze periode is voorgoed voorbij. De studies zijn afgesloten en het echte, afbeulende werkleven kon beginnen. Postrock was intussen ook een met uitsterven bedreigd genre. Dacht ik. Tot me vorige week de muziek van Lanterna ter ore kwam en ik meteen moest denken aan, inderdaad, Tortoise. Gitarist Henry Frayne heeft een verleden in de postpunk - er wordt wat afge-post eigenlijk - maar combineert ijl en weids gitaarspel met ambientachtige soundscapes. Het resultaat is een cinematografisch en uitwaaierend geluid waarbij je je onmiddellijk op een eindeloze highway door de woestijn waant.

De geest van The Edge tijdens The Joshua Tree doemt herhaaldelijk op en soms is de dromerige gitaar iets afgelikter dan je zou wensen. Het neemt niet weg dat het laatste album, Desert Ocean uit 2006, heerlijk spacy wegkabbelt. Maar eerlijk is eerlijk: het blijft geregeld een vage schim van de mijlpaal van Tortoise. Van de Japanse editie met onmisbare bonustracks welteverstaan.

maandag 28 januari 2008

ALBERTO MANGUEL


Beste P

Gerrit Komrij, de Nederlandse schrijver met een hart voor Portugal - ik meen dat hij daar nog steeds woont -, heeft ons idee gestolen. Hij is ook begonnen met een weblog met korte stukjes, meningen én opmerkingen over de beschaving, de letterkunde en de actualiteit onder de titel 'Lucifer in het hooi'. Het zou me niet verbazen als jij een van deze dagen een bericht wilde posten over je geliefde Alberto Manguel. Wel, dat heeft hij dus al gedaan. Eergisteren. Lees meer op http://komrij.blogspot.com/. Heb jij nog iets aan dat filmpje van hem toe te voegen? Tussen haakjes: een van de mooiste leeszalen die ik ooit zag, is die van het British Museum in Londen. Ze maakte vroeger deel uit van de British Library, die zich ook in het museum bevond maar eind jaren 90 naar de buurt van St. Pancras verhuisde. De Reading Room is evenwel in haar oorspronkelijke staat bewaard. Zo zou ze er 's nachts uitzien.
.
Vriendelijke groeten.

zaterdag 26 januari 2008

WALDEN


'We haasten ons om een magnetische telegraaf van Maine naar Texas aan te leggen; maar Maine en Texas hebben elkaar misschien niets belangrijks mee te delen. Beide zijn in de positie van de man die graag wilde kennismaken met een voorname dove dame, maar toen hij werd voorgesteld en een uiteinde van haar hoorn in zijn hand gedrukt kreeg niets te zeggen had. Alsof het voornamelijk ging om snel spreken en niet om iets zinnigs te zeggen.'

Henry David Thoreau, Walden (1854)

vrijdag 25 januari 2008

PASCAL MERCIER


Reeds in 2001 verscheen het boek Het handwerk van de vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil van Peter Beiri. Velen zullen hem eerder kennen onder het pseudoniem Pascal Mercier van wie het sublieme Nachttrein naar Lissabon in 2006 werd gepubliceerd. Ondanks de virtuositeit ervan, vindt het slechts zeer langzaam zijn weg naar het grote publiek. Misschien is het te wijten aan de vaak filosofische en technische uitwijdingen over vrijheid. Beiri doet zijn naam als hoogleraar filosofie aan de VUB (niet Brussel maar Berlijn) alle eer aan. Kleine nuances reeds aanwezig in de titel van zijn filosofische studie naar de eigen wil en (haar) vrijheid maken dit reeds duidelijk. De romans die erop volgden zijn oefeningen in zijn filosofische denken, want ook na Nachttrein naar Lissabon – een aanrader trouwens – verscheen er van hem Perlmann’s zwijgen.

In welke mate is het menselijk handelen te begrijpen, dit wil zeggen redenen zoeken of vinden van het handelen? En hoe verhoudt deze paradox van verklaarbaarheid, voorwaardelijkheid zich tot mogelijke gedachten aan vrijheid, aan eigen wil? Wat bepaalt dat ik juist deze keuze maak, deze zin geschreven heb, en niet eerder iets anders?

Nachttrein naar Lissabon vertelt het verhaal van een oudere man die inziet dat zijn leven, de keuzes die hij tot dan toe gemaakt heeft, niet is wat het had moeten zijn. Een impulsieve beslissing en een boek brengen de man naar Lissabon alwaar zijn ogen en denken geopend worden. Het boek was tevens de aanleiding van mijn ontdekking van Lissabon. Een ontdekking die langzaamaan uitbloeide tot een ware passie. Met spijt in het hart moet ik eerlijkheidshalve vermelden dat ook J-M DD van LDD deze roman het beste boek van 2007 vond.

Perlmann’s zwijgen richt zich eerder op de bewuste invloed van het kiezen op een mens. En vooral hoe het iemand (innerlijk) vergaat wanneer hij bedrog pleegt. Misschien niet toevallig dat Beiri in zijn filosofische verhandeling vaak verwijst naar Misdaad en Straf van Dostojewski.

Trouwens in het licht van deze literatuur en na het zien van de film Into the Wild wordt er veel duidelijk gemaakt voor een mens... (P)

woensdag 23 januari 2008

SELIGE SEHNSUCHT


Zeg het niemand, slechts de wijze,
Want de menigte spot maar al te graag:
Ik wil het levende prijzen
Die smacht naar de dood in het vuur.
In de koelte van de liefdesnachten
Waarin gij leven ontving en gaf,
Grijpt u een wonderlijk gevoel
Als de stille fakkel licht.
Ge blijft niet langer besloten
In de schaduw der duisternis,
En een onbekend verlangen sleept u mee
Naar een hoger bruiloftsfeest.
Geen afstand schrikt u af.
Vliegend snelt gij toe, onweerstaanbaar aangetrokken,
En tenslotte wordt ge, vlinder,
Minnaar van het licht, verteerd.
En zolang ge dit niet begrepen hebt,
Dit: sterf en wordt!
Zijt ge slechts een droeve gast
Op de donkere aarde.
Een rietstengel ontspruit aan de aarde
Om de wereld met zoetheid te vervullen!
Moge uit de rietstengel, die mijn verzen schrijft
Een vloed van zoetheid stromen.

Selige Sehnsucht, Goethe
geciteerd in G. Marcel, De mens zichzelf een vraagstuk
(P)

dinsdag 22 januari 2008

EDDIE VEDDER


Wat maakt een soundtrack tot een meesterwerk? Volgens mij dat hij intiem verknoopt is met de beelden die hij begeleidt. Zelden kom je dan ook een prima soundtrack tegen die louter bestaat uit een ongesmeerde aaneenschakeling van pophits. Dat is een iets te doorzichtige vorm van marketing die de ware soundtrackliever doet kokhalzen. Briljante filmcomponisten vind ik bijvoorbeeld Howard Shore (Crash), Cliff Martinez (Solaris) en David Holmes en Steve Hilton (Code 46). En ik zou zo nog een tijdje kunnen doorgaan. Een goede film staat of valt vaak met de score, die in het beste geval subliminaal de beeldenstroom aanscherpt. Ik pieker dan ook geregeld over de vraag of een soundtrack wel op zichzelf kan functioneren, zonder de bijbehorende film. Een goede soundtrack, bedoel ik.

Zelden ben ik zo gegrepen door 'poppy' filmmuziek als die van Eddie Vedder (foto) voor Into The Wild. Nochtans is het op het eerste gehoor niet meer dan een kraal van doorleefde americana, van mijmerende en hypergevoelige 'rockballads' (ik spoel nu even mijn mond). Alles wat een uitstekende soundtrack voor mij niet is, vind je hier op een halfuurtje samengeperst. Maar zoals gezegd: ik herzie mijn mening. RADICAAL. Wat de zanger van Pearl Jam - trouwens een goede vriend van regisseur Sean Penn - hier presteert, werkt bovendien magistraal buiten de filmzaal. En wat meer is: ook zonder de beelden weet hij je tot tranen toe te bewegen met nummers als het snijdend melancholische Long Nights, dat wel eens een hit zou kunnen worden op begrafenissen. Ik zou nog iets over de soundtrack bij deze film willen zeggen. Maar morgen. De tekst van Society slorpt me voorlopig helemaal op. En ik huil stiekem met de wolven naar de maan.

maandag 21 januari 2008

DE TOVERBERG


In het concentratiekamp Bergen-Belsen circuleerde één exemplaar van De Toverberg van Thomas Mann onder de gevangenen. Het vasthouden alleen al werd door sommigen aanzien als het hoogtepunt van de dag. Aldus opperbibliofiel Alberto Manguel in zijn rêverieën van bibliotheken en haar boeken. Troost kan soms zo eenvoudig zijn...
.
Dit hoogtepunt bij een boek kan op twee verschillende manieren gezien worden. Een hoogtepunt omdat in het geestelijk verderf van het nazisme en de concentratiekampen elke verstrooiing van de geest verboden was. Zeer te begrijpen. Zeker omdat in een fysieke gevangenis de geest van een mens nog enige vrijheid kan genieten. En literatuur is het middel bij uitstek om de geest of de fantasie ‘fris’ te houden. Ondanks alles toch nog enige vrijheid dus. (En enige moed om te overleven?)
.
Het hoogtepunt kan (en zal naar alle waarschijnlijkheid) ook betrekking hebben op de inhoud van het boek. En dat sluit zeer nauw aan bij de thematiek die hier al enige malen de revue gepasseerd is. Kort en krachtig: wat kan en moet ik doen? En hoe kan ik als jonge (onschuldige) mens (al) een antwoord geven op deze vraag?
.
“In het hartje van de zomer reisde er een eenvoudig jongmens van zijn vaderstad Hamburg naar Davos-Platz in het Graubündense land. Hij was van plan er drie weken te blijven. Maar van Hamburg helemaal daarheen, dat is een lange reis – te lang eigenlijk in verhouding tot een bezoek van zo korte duur.” Het bezoek loopt zeven jaar uit wegens een zogenaamde lichte longaandoening. Een bezoek van de jonge Hans Castorp aan zijn zieke neef Joachim Ziemszen zoals ‘Odysseus in het schimmenrijk’. Castorp voelt zich goed daar hoog in de bergen. Dankzij de verschillende wandelingen waarop Castorp vergezeld wordt door zijn neef, ontsnapt hij enigszins aan de begeestering waarin het hele sanatorium (symbool voor de zieke – Duitse – maatschappij) gehuld is. Wandelingen begeleid door twee heren, Settembrini en Naphta. Beiden representanten van twee hoofdstromen in het Europese denken (die echter geleid hebben tot dit zieke Europa). Deze uitstapjes doorbreken voor Castorp het zuiver lichamelijke en zielloze van de overige sanatoriumbewoners. Deze bewoners zijn niets anders dan een brok lichamelijkheid. Wandelen impliceert verandering van omgeving, waardoor de geest uitgedaagd kan worden. Dit lichamelijke veranderingsproces wordt door de twee heren – Settembrini en Naphta – namelijk gekoppeld aan een geestelijke ontplooiing. Ondanks alle pogingen van beide heren, laat Castorp zich (nog) te veel leiden door het sensuele (jeugdig enthousiasme) eerder dan het intellect. Juist dit laatste zal (misschien) zijn ondergang worden.
.
“Hij herinnerde zich een eenzaam roeitochtje in de avondschemering op een meer in Holstein, in de nazomer, enkele jaren geleden. Rond zeven uur was het geweest, de zon was al onder, de bijna volle maan reeds opgegaan in het oosten boven de beboste oevers. Toen had er, tien minuten lang, terwijl Hans Castorp over het vredige water voortroeide, een verwarrende en droomachtige constellatie geheerst. In het westen was het klaarlichte dag geweest, met glashelder, broodnuchter daglicht; maar als hij zijn hoofd omdraaide, had hij een evenzeer uitgesproken, hoogst toverachtige, door vochtige nevels doorweven maanlicht voor zich gezien. Dit zonderlinge contrast had bijna een vol kwartier aangehouden, totdat het ten gunste van nacht en maan beslecht was, en in blijde verbazing waren Hans Castorps verblinde en begoochelde ogen van de ene landschapsbelichting naar de andere, van de dag naar de nacht en van de nacht weer naar de dag gegaan.”
.
Met De Toverberg staat Thomas Mann (ongewild) in de traditie van de bildungsroman. Een genre waarin de loutering en de vorming van een jonge, onwetende mens door allerlei gevaren en avonturen centraal staan. De jongeling die niet zomaar uit het warme nest in de ‘gevaarlijke buitenwereld’ wordt geworpen, maar een leerschool moet doorstaan. Een leerschool die hem in enige mate voorbereidt op ‘het ware leven’. Niet dat alles ineens heldere en duidelijke vormen krijgt. Een bagage waaruit kan gepuurd worden in het verdere leven. Want zoals Vergilius in Dante’s inferno moet blijven staan aan de poorten van het paradijs, zo moest ook Castorp zijn eigen reis verder zetten. En zo zal ook elke mens dat moeten doen. “De Bildungsroman verbeeldt de ontwikkeling en ontvouwing van de geestelijke en morele vermogens van een jonge mens, die zich aan het einde van zijn leerjaren als öffentliche Person, zoals Goethe het noemde, aanpast in de samenleving, daarin een plaats gaat innemen en zich haar ten nutte maakt. Hij heeft ingezien dat het niet alleen om zijn individuele bestaan gaat, maar om het ondergeschikt maken van zijn persoonlijke belangen en wensen aan de interessen en doeleinden van de gemeenschap. Kortom, hij heeft erkend dat wie het algemeen belang als sociale essentie op zich wil dienen, een offer moet brengen.”
.
Niet het offer zoals dat verstaan werd door de nazi’s en uitgevoerd werd in kampen. Maar het offer zoals dat reeds duidelijk werd gemaakt in de ets van Goya De slaap van de rede creëert monsters (wat eveneens kan verwijzen naar de gruwelijkheden van het nazisme). Het offer begrepen als enige aanpassing aan de samenleving, water bij de wijn doen, een beetje jeugdig enthousiasme verliezen in het proces van volwassenwording... dromen als dromen leren aanzien.
.
“Niet door je te laten horen, maar door geestelijk gezond te blijven bewaarde je de erfenis van de mensheid.” - G. Orwell (P)

donderdag 17 januari 2008

MAFALDA ARNAUTH


Se queres ser o meu senhor
E teres-me sempre a teu lado,
Não me fales só de amor
Fala-me também do fado.
.
‘Hier eindigt de zee en begint het land.’ Het land Portugal, de stad Lissabon, de poort naar Europa toe. Ooit dan toch. In een ver verleden. Nu is het eerder één van de uithoeken van datzelfde Europa. Gekend voor de vele voetbalgoden die zich verspreid hebben over de Europese grasmatten. Gekend voor zijn (andere) heiligen en missionarissen. Gekend voor zijn alcoholische dranken. Minder gekend voor zijn poëten, nog minder gekend voor zijn muziek. Maar zoals reeds eerder gezegd, deze laatste twee vormen steeds meer een reden om toch Portugees te gaan studeren. Misschien zal het begrip Saudade dan ook duidelijker worden.
.
Er bestaan meerdere muzikale genres in Portugal, maar Fado is veruit de bekendste vertegenwoordiging van het muzikale Lusitaans schiereiland. Ter gelegenheid van Europalia Europa werd een concert van Mafalda Arnauth gehouden in Bozar. Niet in de grote zaal, maar in de kamermuziekzaal. Spijtig want de grote zaal had zeker vol gezeten.
.
Muziek als taal van het onuitspreekbare... Twee klassieke gitaren, een akoestische basgitaar en een prachtige klinkende Portugese gitaar begeleidden de heldere, weemoedige, ingetogen stem van Mafalda Arnauth. Zeer opvallend is dat deze muziek, ondanks de passie waarmee en waarover gezongen wordt, niet die uitbundigheid kent die men meestal verwacht als we aan Zuiderse landen denken. Misschien ligt hier het grote verschil – en de grote aantrekkingskracht – met bijvoorbeeld het buurland Spanje alwaar flamenco juist passie als vurigheid beleeft. Een subtiele emotie alsof ze bijna niet getoond mag worden. Bang om ze kwijt te spelen of te breken?
.
Het lijkt mij dat vandaag de dag weinig muzikanten nog weten te spreken via hun muziek. De jonge Angelo Ferreira wist dat echter zeer goed te doen met zijn guitarra (soms alsof niet falda aan het woord was, maar hij). De muziek deed je (terug)wanen in de straten van Lissabon alwaar de poort naar de wereld openstaat. En in deze ‘winterse’ Belgische tijden kan dit het hart lichtjes verwarmen. Een onderhuids sluimerend gevoel dat niet meer weg wil gaan...
.
Porque foste em minha alma como um amanhecer,
Porque foste o que tinha de ser.
Het wordt tijd om Portugees te leren. (P)

woensdag 16 januari 2008

LEV TOLSTOJ


Ik ben met dat bericht over Into the Wild iets begonnen dat me voorlopig niet loslaat. Niet alleen wil ik zo snel mogelijk de verfilming door Sean Penn zien. Intussen ben ik ook in het oorspronkelijke boek van Jon Krakauer begonnen. Wat me vooral bezighield de laatste twee dagen was: wat heeft een jonge, roekeloze backpacker als Chris McCandless nu gezien in Tolstoj?

Dat hij beïnvloed werd door Thoreau, de ecologist avant-la-lettre, lijkt me zo klaar als een klontje. Ook de verwijzingen naar Jack London (foto) zijn niet ver gezocht. Was het trouwens niet de schrijver van classics als White Fang en The Call of the Wild die in het begin van de vorige eeuw zei en toepaste: een echt man bestaat niet, hij leeft!? Net als onze pas afgestudeerde Christopher. Maar een oude Rus als Tolstoj? Nu, geen paniek. Ik stootte daarnet, al in de eerste pagina's van het boek, op de oplossing van het raadsel. Niet alleen dweepte Chris met Oorlog en vrede. Bij zijn stoffelijk overschot werd bovendien een exemplaar van Tolstojs Huiselijk geluk gevonden. De volgende passage was onderstreept:

'Ik wilde beweging, geen rustig leven. Ik wilde opwinding en gevaar en de mogelijkheid om me op te offeren voor mijn liefde. Ik voelde in mijzelf een overmaat van energie, die geen uitlaat vond in ons kalme bestaan.'

dinsdag 15 januari 2008

HENRY DAVID THOREAU


Bij de verfilming van Into the Wild (zie gisteren) moet ik onwillekeurig denken aan het volgende fragment. Het komt uit Walden, het invloedrijke geschrift uit 1854 van Henry David Thoreau:

'Het leven in ons dorp zou stagneren als het niet omgeven was door onontgonnen bossen en velden. Wij hebben het versterkende middel van de wildernis nodig. Nodig om soms door moerassen te waden waar de roerdomp en de waterhoen zich schuilhouden; om het doffe rollen van de snip te horen, de fluisterende zegge te ruiken waar slechts een nog schuwer en eenzamer vogel zijn nest bouwt, en waar de wezel met zijn buik laag over de grond sluipt. Terzelfder tijd dat het ons voornemen is alle dingen ijverig te leren en na te vorsen, verlangen wij dat alle dingen mysterieus en onkenbaar blijven; dat land en zee oneindig wild zijn, niet door ons onderzocht en niet door ons gemeten, omdat ze onmeetbaar zijn. Nooit hebben we genoeg Natuur.'

maandag 14 januari 2008

INTO THE WILD


In Nepal las ik anderhalve zomer geleden, tegen de achtergrond van de Himalaya, Jon Krakauers bestseller Into Thin Air. Het is het meeslepende verslag van een tragische expeditie naar de top van de Mount Everest. Toen dezelfde schrijver in het tijdschrift Outside in enkele alinea's het relaas bracht van een 24-jarige jongen die de verstikkende maatschappij vaarwel zegt, al zijn spaargeld op de rekening van Oxfam stort en sterft ergens in het desolate Alaska, kwamen daarop zoveel reacties dat Krakauer verder op onderzoek ging en er een volwaardig boekwerk rond contrueerde.

Into the Wild is nu ook verfilmd, door Sean Penn. Ik heb het boek niet gelezen. Het zou een flauw soepje zijn in vergelijking met zijn adembenemende Into Thin Air. Ik heb evenmin de film gezien. Wel draai ik intussen de soundtrack, gecomponeerd door de zanger van Pearl Jam. Grunge en aanverwante laten me eigenlijk blauw blauw. Toch zou het wel eens kunnen dat de muziek van Eddie Vedder en het intrigerende verhaal over rijkeluiszoontje Christopher McCandless me naar de cinemazaal lokken.
.
Christopher was volgens Krakauer beïnvloed door de geschriften van Leo Tolstoj, Jack London en Henry David Thoreau. Het uitgehongerde lichaam van de backpacker werd uiteindelijk gevonden in een oude bus, in de wildernis. Het woog iets meer dan 30 kilo.

zondag 13 januari 2008

ZELDEN RUIKT



ZELDEN RUIKT

Zelden ruikt een dag zo heerlijk als de nacht.
We zwijgen beiden en ik luister naar je ademhaling,
de bevrijdende bevestiging van je bestaan. En dan,
versnelt ze langzaam wanneer ik je voel voor ik je fluister.

Je hand verdwaalt doordacht en ik capituleer
met genoegen. In het duister bakenen
je contouren af, blakeren mijn zucht.
We vloeien mateloos ineen.

Jij bent mijn concentraat,
mijn thuis in de bakermat,
mijn leven op de groei.
.
(S)
.
foto: Man Ray

zaterdag 12 januari 2008

SANDRO VERONESI


Tijdens het zoveelste grasduinen in een boekhandel gebeurt het soms dat je een boek op titel koopt of vanwege de voorkaft in zijn geheel. Zo gebeurde vorig jaar de aankoop (en het literaire genot) van Kalme chaos van Sandro Veronesi. Het verhaal is niet denderend te noemen. Een geslaagd zakenman, Pietro Paladini, ziet zijn leven voor een radicale wending. Geld, succes en het fijne gezin kennen een abrupt einde wanneer zijn vrouw overlijdt. Geen gevoelens van verdriet. Geen nachtenlange huilbuien. Niets. Alleen kan hij niet meer gaan werken. Zijn dochtertje van tien houdt hem in zijn wagen aan de schoolpoort. Hier zet het zakenleven zich in zekere zin verder. En zijn zakenconnecties komen ook bij hem ‘uithuilen’. Stilaan leert hij via deze verhalen van anderen wat leven eigenlijk inhoudt. Ook zijn schoonzus komt met verhalen. Verhalen over zijn vrouw, haar twijfels en verdriet. Alsof hij zijn eigen vrouw niet kende. 'Sinds Lara dood is heb ik het lijden van anderen op mijn nek genomen, en mijn leven is tot nul gereduceerd – en dat is klaarblijkelijk mijn manier van lijden. Dat ik niet intenser lijd, dat ik niet kapot ben en wanhopig, komt alleen omdat ik een oppervlakkig mens ben, en oppervlakkige mensen kunnen geen intense ervaringen hebben.' Slotsom van de roman: succes en geluk zijn niet (altijd) synoniem voor elkaar. Geen spetterend verhaal, maar het grijpt op een zachte manier naar de keel.
.
Het boek was eveneens de aanleiding om de muziek van Radiohead (nog) eens aan te schaffen. Met dan in hoofdzaak OK Computer, net die cd waarna ik de groep uit het oog verloren ben. Regelmatig luistert Pietro, terwijl hij de wacht houdt aan de schoolpoort, naar het magnum opus van de Engelse groep. The Tourist krijgt hierbij een speciale plaats toebedeeld. 'You ask me where the hell I’m going at thousand feet per second? Hey man, slow down, slown down, idiot slow down...' De boodschap kan niet raker geschetst worden voor het hoofdpersonage uit de roman. En als we naar het eigen leven kijken? Schoonheid, breekbaarheid onze eigen medemens, vrienden, vrouw, kinderen... Allen staan ze vaak aan de zijlijn van het eigen (oppervlakkige) succesverhaal. Alles is tegenwoordig zo voorspelbaar, ook dit schrijven...
.
A heart that's full up like a landfill,
a job that slowly kills you,
bruises that won't heal
You were so tired, happy,
bring down the government,
they don't, they don't speak for her
I'll take the quiet life, a handshake of carbon monoxide
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises
Silent, silent
This is my final fit, my final bellyache with
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises, please
Such a pretty house, such a pretty garden
No alarms and no surprises, no alarms and no surprises
No alarms and no surprises, please
(No surprises, Radiohead) (P)

vrijdag 11 januari 2008

MIJN MICHAEL


Een nietig stofdeeltje met herinneringen

“Ik vergat niets. Vergeten is sterven. Ik wil niet sterven.”

“Ik klem mezelf vast aan mijn herinneringen en aan woorden zoals een mens zich pleegt vast te grijpen aan de omheining bij een hoge plaats.”

“Ik heb tot dusver nog niets over hen verteld omdat het vergeten ten slotte begon door te breken met gaten en scheuren. Niets houdt stand tegen het vergeten. Ik heb hier alles willen opschrijven. Het is onmogelijk alles op te schrijven. De meeste dingen glijden af en sterven in stilte.”

“Alsof mens na mens niets anders zijn kan dan een kladje dat wordt verscheurd. Opnieuw gekopieerd en nog eens gekopieerd en weer afgekeurd en verfrommeld en weggegooid in de prullenmand en dan weer een keer gekopieerd met een nietige verandering. Wat een onzin. Wat een troosteloze toestand. Wat een flauwe mop.”

Uit Mijn Michael van Amos Oz (P)

donderdag 10 januari 2008

KUIFJE


10 januari is een historische dag, zoals elke dag wel een of ander historische gebeurtenis herbergt. Op deze dag zag Kuifje 79 jaar geleden het zonlicht door de hand van Hergé. In de bijlage van de Belgische krant Le Vingtième Siècle verscheen voor het eerst de avonturen van reporter Kuifje. De club rond deze krant stond voor de Tweede Wereldoorlog bekend om zijn sympathieën voor het Italiaans fascisme. Anti-democratisch, ultra-nationalistisch en vooral anti-bolsjewistisch. Elementen die Hergé niet onberoerd lieten in zijn strip. De eerste strip brachten de held Kuifje in de voormalige Sovjet-Unie (waar alles een beetje verwaarloosd is door die communisten!). Velen onder ons zijn groot geworden met de stripverhalen van Hergé (naast de bekende Jommeke en Suske en Wiske). Prachtige strips, leuke verhalen en goede ontspanning. Zelfs af en toe iets bijleren, niet alleen van verre landen, ook dichterbij huis. Meer moet dat niet zijn.
.
Tot men anno 2007 een hele polemiek startte rond het racistische karakter van sommige van deze strips. Vooral Kuifje in Afrika kreeg het hard te verduren. Pikzwarte negertjes met knalrode dikke lippen, naakt en met speren. En de blanke man – Kuifje – die de redder komt uithangen. Zelfs de hond Bobby beaamt het karakter van de negertjes. Indien alle strips van Kuifje eens nader bekeken zouden worden, kan men er wel ‘foute’ trekken uit halen. De vraag is natuurlijk of wij deze ‘tijdsdocumenten’ moeten (blijven) veroordelen. En moet Hergé zijn strips aanpassen, d.i. censureren? De Britse Commissie voor Rassengelijkheid heeft vorig jaar gevraagd om het album Kuifje in Congo uit de rekken te halen. (Ondertussen staat het niet meer bij de kinderstrips, maar in de volwassenafdeling).
.
Zegt dit meer over de hedendaagse mens die een document – in dit geval een strip – niet (meer) kan plaatsen in zijn historische context? Het album uit de jaren ’30 weerspiegelt de paternalistische houding van de blanken destijds. Of zijn we onze eigen geschiedenis vergeten? Ons koningshuis liet zich niet onbetuigd in die periode. Gaan we elke politiek incorrecte kunst verwerpen of aanpassen? (P)

woensdag 9 januari 2008

THICH NHAT HANH


'Ik loop graag in mijn eentje over landweggetjes met aan weerszijden rijstplanten en wilde grassen, waarbij ik de ene voet na de andere bewust op de aarde neerzet, in het volle besef dat ik over de wonderbaarlijke aarde loop. Op zulke momenten is het leven een wonderbaarlijke en mysterieuze werkelijkheid. Gewoonlijk beschouwen de mensen het lopen op water of in de lucht als een wonder, maar ik vind dat het op water of door lucht kunnen lopen niet het werkelijke wonder is, maar het op aarde kunnen lopen.' (Thich Nhat Hanh)

maandag 7 januari 2008

GODFRIED BOMANS


Onlangs wist iemand te vertellen dat men anno 2008 een getormenteerde ziel moet zijn om interessant gevonden te worden. De persoon in kwestie was zelf gelukkig. Indien we een beetje kijken naar de grote namen in de kunstgeschiedenis, moeten we deze persoon wel gelijk geven. 'Wij kunnen het leven nooit zien als een holle buis waar het overal goed wonen is, doch wij kijken er altijd door als een trechter, waar het verderop steeds ruimer en lichter wordt. Maar geloof een oude man dat deze trechter geen einde heeft, en dat, hoe hard wij ook hollen, steeds het stuk voor ons ruimer en lichter zal schijnen.' Aldus Godfried Bomans.
.
Geluk is....
De jongeling die na langdurige ziekte eindelijk gezond het strijdgewoel ingestuurd wordt (De Toverberg).
.
De perfecte droom van schoonheid, aangetast door een cholera-epidemie (De dood in Venetië).

Verliefde koppeltjes in de onzekerheid van de echtheid van hun relatie, de broosheid van de liefde leren kennen doorheen het spel van bedrog (Cosi fan tutte).

De don Juan die in zijn spel de harten breekt van verscheidene passanten, en daarbij ook nog eens een vader vermoordt (Don Giovanni).

De gelukzalige mens die in zijn slaap geplaagd wordt door fantomen (De slaap van de rede).
.
Heteroniemen ontdekken die het probleem van het eigen ik nog complexer maken, met een naam die zelf ook nog personen zoekt (Pessoa).
.
Het wegrotten van een schilderij om de eigen zielenrust te kunnen bewaren (Het portret van Dorian Gray).
.
De visser op zoek naar een jonge hulp en daarbij botst op de goegemeente (Peter Grimes).
.
Een man die zijn leven ten dienste stelt van mensen en moet sterven (Jezus, maar u kent er nog anderen, dat is geen kunst – slechts onderwerp van).
.
Ieder van ons is een stofkorrel die de wind van het leven optilt en weer laat vallen. We moeten steun en beschutting zoeken, ons handje in een andere hand leggen; want het tijdstip is altijd onzeker, de hemel altijd ver en het leven altijd vreemd. (...) Het kan zijn dat we worden geleid door een illusie, maar het bewustzijn leidt ons zeker niet. (Bernardo Soares, Boek der rusteloosheid)
.
Geluk...
Daar schrijft men niet over. Geluk blijft tussen de trekken van de pen steeds doorglippen. Elke toetsslag op een klavier is er eentje te laat. Elke penseelhaal is slechts een verre afschaduwing. Een valse noot in een overigens perfect geheel.
.
Geluk...
Een genade? Allesbehalve een getormenteerde ziel. (P)

zondag 6 januari 2008

CARLA BRUNI


Volgens Le Journal du Dimanche schonk Nicolas Sarkozy zijn nieuwe vriendin minder dan een maand na hun eerste ontmoeting al een verlovingsring van de bekende Dior-ontwerpster Victoire de Castellane. Zangeres en voormalig fotomodel Carla Bruni gaf de Franse president op haar beurt een polshorloge van Patek Philippe. Maar er is ook goed nieuws:
.
De laatste cd van Bruni, No Promises, kunnen wij ten zeerste aanbevelen. De in Turijn geboren Française begeleidt zichzelf op gitaar voor zelfgeschreven en ingetogen nummers, in naakt Engels. De teksten baseerde ze op poëzie en proza van onder anderen William Butler Yeats, Walter de la Mare, Emily Dickinson, W. H. Auden en Christina Rossetti. Een kieskeurige dame, de toekomstige presidentsvrouw. Volgens welingelichte bronnen zouden de twee al begin februari trouwen.

zaterdag 5 januari 2008

KRIEG DEM KRIEGE!


Enkele dagen geleden belichtte ik even de gruwelijke foto's van Joel-Peter Witkin. Het zijn echte embryo's, echte lijken en echte hermafrodieten die je in zijn werk ziet. En het zijn foto's die steevast kijkfiles veroorzaken. Met zijn grensoverschrijdend werk - en onze fascinatie voor dergelijke beelden - sluit de kunstenaar ongetwijfeld naadloos aan bij de theorieën van 'de filosoof van het kwaad': Georges Bataille.

Toch kun je je vragen stellen bij dergelijke ge-ensceneerde foto's. De hedendaagse kijker is afgestompt door de meest afzichtelijke beelden van oorlogs- en terreurslachtoffers. Het lijkt wel of Witkin in de overtreffende trap moet schakelen om ons netvlies nog te prikkelen. De toeschouwer blijft verweesd achter: ziet hij nu echt een dode man zonder hoofd? Onmogelijk toch?

Je kunt je vragen stellen bij dergelijke perverse foto's omdat ze de aandacht afleiden van foto's die niet om filosofische bespiegelingen maar om daadwerkelijke humanitaire actie vragen. Ik denk aan foto's van uitgehongerde kinderen. Van verkoolde lichamen in een uitgebrande Keniaanse kerk. Van mensen die onterecht worden opgeknoopt in Iran. Witkin stroomlijnt onze beeldcultuur: de grens tussen kunstwerk en aangrijpende, journalistieke getuigenissen vervaagt.

Dat moet anders geweest zijn in 1924. Toen verscheen van Ernst Friedrich in vier talen het indrukwekkende fotoboek Krieg dem Kriege! De anarchist belandde in de gevangenis toen hij zijn dienstplicht weigerde en andere soldaten eveneens aanspoorde tot burgerlijke ongehoorzaamheid. In zijn boek verzamelde hij 200 afschrikwekkende beelden van oorlogsslachtoffers.

Natuurlijk wilde Friedrich choqueren: patriottische beelden plaatste hij ironisch naast foto's van soldaten die de gehaktmolen van de Grote Oorlog nauwelijks overleefden. Maar zijn schoktherapie had een pacifistische boodschap: oorlog aan de oorlog! Witkin kan de realiteit niet overtreffen. Zijn postmodernistische Spielerei heeft plots een fletse nasmaak als je een blik werpt op het brute levenswerk van de Duitse Friedrich. Hoewel, Duitser? Zoals hij zelf zei: 'Ik ben geen Duitser, ik ben een mens.'

vrijdag 4 januari 2008

GIULIO CESARE


Kan Peter De Caluwe, opvolger van Bernard Focroulle, overtuigen in zijn eerste seizoen als intendant van de Belgische nationale operatrots La Monnaie/De Munt? Geen eenvoudige taak wetende dat zijn voorgangers – zowel Focroulle als de roemruchte Gerard Mortier – een zeer sterke traditie hebben ingezet. Opera voor jong en oud. Dat was trouwens een van de belangrijke verwezenlijkingen van Mortier: de democratisering van de toegangsprijzen.

Focroulle ging verder op dit elan: een sterke operaprogrammatie, ontdekking van enkele grote namen en democratische toegangsprijzen (met vele voordelen voor jongeren en niet te vergeten jongvolwassenen) en een zeer geslaagde samenwerking met het dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker. Op het tweede punt stelt De Caluwe het jonge publiek echter danig teleur. De prijzen zijn verhoogd. En de beginnende dertigers worden volledig in de koude gezet. Er is enig begrip voor op te brengen, want De Munt is onder zijn voorgangers uitgegroeid tot de wereldtop. De laatste muziekdirecteurs, Antonio Pappano en Kazushi Ono, hebben naam gemaakt dankzij en met deze opera. En cultuur kost veel geld. Iets dat de huidige minister blijkbaar weigert in te zien. Enkele populistische daden niet te na gesproken.

Binnenkort staat er wederom een topproductie op de planken. In januari pakt De Munt uit met Giulio Cesare (in Egitto), dé opera seria van Georg Frideric Handel onder leiding van niemand minder dan René Jacobs. Deze wist al eerder een meesterlijke Orfeo van Monteverdi te brengen in De Munt, in een regie van Trisha Brown. De regie bij Handel is in handen van Karl-Ernst en Ursel Hermann. Eveneens twee topregisseurs die opera niet laten steken in een oubollig ogend jasje, maar bij de tijd proberen te brengen. De opera is trouwens - niet toevallig - een coproductie met de Nederlandse Opera, het vroegere huis van De Caluwe.

Liefde en haat, rouw en triomf tegen de historische achtergrond van de botsing tussen de Romeinse en Egyptische macht en cultuur... Vanaf 20 januari t.e.m. 7 februari in De Munt, waarna Giulio Cesare verhuist naar Nederland. Indien u geen plaats kan bemachtigen, kan u altijd terecht bij de uitstekende uitvoering onder leiding van – u raadt het al – René Jacobs. (P)

donderdag 3 januari 2008

DE DRY COPPEN


Al van bij de opening is Zwarte Vijvers een trouwe bezoeker van De Dry Coppen. Het boekencafé in het hart van Leuven biedt niet alleen interessante wereldliteratuur en een uitgelezen assortiment aan degelijke reisgidsen, tegen concurrerende prijzen. Je drinkt er ook nog eens de lekkerste Mexicaanse koffie (met kaneel), aan de uitnodigende leestafel of in de smaakvolle zeteltjes. Als de nood aan gezelligheid me te groot wordt, spring ik graag binnen in dit oude pand in de Schrijnmakersstraat.
.
Bovendien kun je er tot en met 12 januari nog een interessante tentoonstelling bezoeken. De fotografen Wouter Van Vooren en Jac Weerts tonen hier en in bibliotheek Tweebronnen portretten van toekomstloze kinderen in Ayacucho, een stad in Peru. Het is een expositie die meer ruchtbaarheid wil geven aan Mama Alice, een vereniging die straatkinderen in ontwikkelingslanden hoop biedt op onderwijs, sociale hulp en medische zorgen. Een intimistische tentoonstelling van een broodnodige organisatie op misschien wel de warmste plek van Leuven...

woensdag 2 januari 2008

TON LEMAIRE


'Het voetpad voert de wandelaar binnen in de intimiteit van een landschap doordat hij of zij de wendingen en wenken van het pad volgt. De echte wandelaar heeft dan ook een bijna instinctieve voorkeur voor de meest onopvallende weggetjes, omdat ze het meest organisch in het landschap zijn opgenomen. De kunst van het wandelen bestaat vooral in het kiezen van de juiste paden, in het vermogen om de mogelijkheden en beloften van het pad ten volle te benutten en te genieten.' (uit: Ton Lemaire, Wandelenderwijs, 1997)

dinsdag 1 januari 2008

VARIOUS AMBIENT 2008


Een half dozijn vrij recente en indrukwekkende ambient elektronica-albums. The future is now. Essentiële soundtracks voor de eerste zes maanden van 2008.


januari: thomas fehlmann - honigpumpe


'There's something incredibly distinctive about Fehlmann's production style - from 'Stralensatz's opening, its bottom-heavy warmth sucks you into a real ear massage of an album. There's a clarity and crispness to the production that ushers in a certain sense of comfort, knowing that you're in the hands of a man so thoroughly on top of his game.'


februari: alva noto - xerrox vol. 1


'Rather this is the most haunting and intricately realised work that Nicolai has produced to date, re-contextualising his token 'glitches and bass' sound into long, organic and sometimes almost orchestral pieces of work. The digital elements are beaten into a submissive static whine leaving only traces of radio static and white noise, and underpinning this is the sampled theme - building and falling graciously.'


maart: oren ambarchi - grapes from the estate


'For his third outing on Touch, Ambarchi's immense achievement is through his sense of timing, pace and definition - slowly building pieces up to warm, glowing echoes that use dronelike beginings and head into sumptuous soundscaped vistas.'


april: murmur - undertone


'Murmur are possibly the most self restrained and least derivative operators in dub techno right now, and over the course of a handful of scarce twelves they've slowly gestated a frayed hybrid of minimal construction and fathomless BASS that has less in common with the hallowed Basic Channel axis then the work of most of their contemporaries.'


mei: ontayso - selected works from the 24 hour box vol.1


'Each disc in the original series condenses an entire day's worth of location and environmental recordings into a kind of processed abstract music. The music takes various forms, ranging from barely touched concrète elements right through to rhythmic, dub-influenced Orb-like material.'


juni: loscil - plume


'What you get are extraordinarily minimal, ethereal compositions which exert a narcotic pull on the listener's consciousness. Not much happens in Loscil's music; the drama is in the sounds' essence, in the shape and texture of distinct tones, in the myriad microscopic variations which take place in the course of each hypnotic piece.'