dinsdag 15 januari 2008

HENRY DAVID THOREAU


Bij de verfilming van Into the Wild (zie gisteren) moet ik onwillekeurig denken aan het volgende fragment. Het komt uit Walden, het invloedrijke geschrift uit 1854 van Henry David Thoreau:

'Het leven in ons dorp zou stagneren als het niet omgeven was door onontgonnen bossen en velden. Wij hebben het versterkende middel van de wildernis nodig. Nodig om soms door moerassen te waden waar de roerdomp en de waterhoen zich schuilhouden; om het doffe rollen van de snip te horen, de fluisterende zegge te ruiken waar slechts een nog schuwer en eenzamer vogel zijn nest bouwt, en waar de wezel met zijn buik laag over de grond sluipt. Terzelfder tijd dat het ons voornemen is alle dingen ijverig te leren en na te vorsen, verlangen wij dat alle dingen mysterieus en onkenbaar blijven; dat land en zee oneindig wild zijn, niet door ons onderzocht en niet door ons gemeten, omdat ze onmeetbaar zijn. Nooit hebben we genoeg Natuur.'

Geen opmerkingen: