vrijdag 7 december 2007

I. M. PEI


Een van de mooiste Belgische kunstwerken van de laatste halve eeuw vind ik de minivoetbalgoals van Wim Delvoye. Volledig in de surrealistische traditie van het strijkijzer van Man Ray en de schilderijen van Magritte, zet Delvoye onze wereld voor schut. Zo maakt hij betonmolens in Delftsblauw porselein, tatoeëert varkens of transformeert simpele spades tot schitterende wapenschilden. Water en vuur verenigt de Gentenaar ook in zijn goals: de netten vervangt hij door sublieme glas-in-loodramen. Het is een briljante vondst die vraagt om een doelman met stalen zenuwen. Het verwondert me dan ook dat de kunstenaar zoveel kritiek kreeg voor zijn pièce de résistance: de fameuze Cloaca. Zijn kakmachine werd neergesabeld als zijnde - excuseer me voor de woorden - 'plat' en 'zonder diepgang'. Dat is jammer, want een tentoonstelling in Luxemburg bewijst dat we Delvoye moeten koesteren.

Eerlijk is eerlijk: naar Luxemburg rijd je niet alleen om enkele kunstwerken. Je wil ook de stad eens bezoeken, want je komt tot de vaststelling dat je daar de voorbije 35 jaar nooit toe kwam. Dat wordt alvast een lichte tegenvaller. De hoofdstad heeft - enkele oude vestingsmuren en fraaie panorama's niet te na gesproken - weinig te bieden. En bij een snerpende wind de binnenstad verkennen, maakt een mens niet gelukkiger. Bovendien bega je de vergissing vol goede moed koers te zetten naar de kleurloze Kirchberg. Verscholen tussen kantoorgebouwen van de Europese Unie ligt het recente MUDAM. Dit museum opende in 2006 en ambieert het nieuwe uithangbord van de stad te worden, maar andermaal eerlijk is eerlijk: het 'SMAK' van Luxemburg maakt in al zijn moderniteit een oubollige indruk.

De Chinees-Amerikaanse architect Ieoh Ming Pei, ook de bedenker van de glazen piramide van het Louvre, ontwierp een gebouw dat naadloos aansluit bij de omgeving. Het Musée d'Art Moderne Grand-Duc Jean geurt tegelijk fonkelnieuw en kitscherig banaal. Wel geslaagd is de schitterende lichtinval, maar voor de rest ademt de constructie meer verleden dan toekomst. Vermijd vooral het café en de museumshop. De smaakloze middenstand regeert het land. Je kent het: wel willen - en vooral: de middelen hebben - maar niet kunnen. Bovendien wordt al snel duidelijk dat je aan het verkeerde adres bent. De centrale hall toont dan wel een turbocloaca, en op de eerste verdieping stuit je op Delvoye's schitterende glas-in-loodramen met pornografische beelden, maar voor de echte Cloaca-retrospectieve moet je in het Casino aan de rand van de oude stad zijn. (wordt vervolgd)

1 opmerking:

Unknown zei

Als werkstudent bij Studio Brussel moest ik Wim Delvoye eens ophalen en hem naar de Reyerslaan brengen. Ik heb toen het geluk gehad om zijn atelier en opslagplaats te bezichtigen. Ook de verhalen onderweg waren enorm interessant.

Een professor van mij die eveneens kunstcriticus is, noemde de Cloaca zelfs een openbaring toen hij het werk voor de eerste keer zag...