dinsdag 25 december 2007

JACK KEROUAC


KORT: het boek was hét startschot voor de revolutionaire 'bevrijding' van het individu in de jaren zestig - een strijd die zich op alle culturele vlakken voltrok en waarvan het windsurfen één van de vele emanaties op sportgebied werd- en symboliseert bovendien perfect de eindeloze search naar de ideale surfspot. Daarom was het voor mij, als windsurfer, een mijlpaal in mijn literaire parcours. Sinds kort is de originele ongecensureerde versie op de markt waarin naast een grover taalgebruik vooral het vrijgeven van de echte namen van de protagonisten opvalt. Want On The Road is het geromanticeerde verslag van Kerouac's zwerftocht met Neal Cassady waarin ook andere auteurs uit de Beat Generation, als Allen Ginsberg en William S. Burroughs, figureerden. Ideaal moment dus voor een lofzang aan de Hippiebijbel.

Jack Kerouac (1922-1969) was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Beat Generation, een aanvankelijk puur literaire beweging die in de jaren vijftig aan de Amerikaanse westkust - meer bepaald in San Francisco, Californië - ontstond. Deze Beat Generation dankte haar naam aan de titel van een door Kerouac aangekondigd maar nooit verschenen boek. Het woord 'beat' komt van het engelse woord ‘beatific’, wat letterlijk vertaald voor 'zaligmakend' staat, maar de auteurs doelden op de 'vermoorde onschuld': ze zagen zichzelf als 'beledigde argelozen'. Het waren stuk voor stuk nonconformistische protestauteurs die met de pen in de hand rebelleerden tegen het burgerlijke gedrag -huisje, boompje, tuintje - van hun tijdgenoten, die ze de 'Silent Generation' noemden. In dit opzicht kunnen we ze vergelijken met de Britse 'Angry Young Men' - naar Leslie Pauls trendsettende boek uit 1951- die kort na de tweede wereldoorlog hun weerzin uitten ten opzichte van de volgens hen door de vorige generatie onbewoonbaar gemaakte wereld.

De schrijvers van de Beat Generation begrepen dat ze niets konden veranderen aan de consumptieweg die de Amerikaanse maatschappij ingeslagen was, maar dat ze er wel tegen konden protesteren door een soort nieuwe outlaws te worden. Ze keerden m.a.w. vrijwillig hun rug naar de Westerse maatschappij van overvloed die, zoals filosoof Marcuse in de sixties stelde, haar leden in hun behoeften onderdrukt door ze te laten consumeren en ondertussen de werkelijk behoeftigen laat creperen (sic)!

Jack Kerouac werd op slag beroemd met zijn boek On The Road (1957), dat tot laat in de jaren zestig als de bijbel van de beatniks en later de hippies beschouwd werd. In dit eerder donkere werk beschrijft de vernieuwende Kerouac via een doorratelende adembenemende schrijfstijl –spontaneous prose– de op de rand van krankzinnigheid balancerende levenswijze van die nieuwe outlaws in hun zoektocht naar andere waarden. Het hoofdpersonage, Sal Paradise, zwerft met zijn uitzinnige vriend Dean Moriarty schijnbaar zonder scrupules door de U.S.A. Hij beschrijft (en bewondert) Dean als een overenergieke en gewetenloze jongeman met als specialiteit: '[...] stealing cars, gunning for girls coming out of high school in the afternoon, driving them out to the mountains, making them, and coming back to sleep in any available hotel bathtub in town.'

Auto’s stelen, schoolmeisjes opvrijen en panden kraken dus... Op die wijze scheuren de twee, al dan niet vergezeld van een paar vrienden, in recordtempo door Amerika, alleen maar omdat ze nergens lange tijd kunnen blijven zonder er genoeg van te krijgen, of beter: zonder dat de goegemeente genoeg van hen krijgt. In tegenstelling tot de conformistische burgers maken de twee zich totaal geen zorgen over hun toekomst, ze gaan voluit voor het heden. Sal Paradise, Kerouacs alter ego, verbaast zich over: '[...] the absolute madness and fantastic hoorair of New York with its millions and millions hustling for ever for a buck among themselves, the mad dream - grabbing, taking, giving, sighing, dying, just so they could be buried in those awful cemetery cities beyond Long Island City.'

Bijna driehonderd pagina's lang is het dus relschoppen, trippen en baldadig tekeergaan tegen de USA. Eén lang gevecht tegen de algemene maatschappelijke houding die nu, na meer dan vijftig jaar, meer dan ooit de boventoon voert. Hun impulsieve levensstijl vol drank, drugs, jazz en sex is merkwaardig genoeg ook op een vreemde wijze religieus. De beats geloofden in God of minstens in iets mystiek transcendents en tevens streefden ze naar het primitieve, natuurlijke, ongeciviliseerde, onvervuilde.Iets wat ontegensprekelijk ver van de over-gereglementeerde, verstarde samenleving moet gevonden worden. Een leven op de weg, want 'the road is life'.De figuren in 'On the road' zoeken allemaal naar dat ondefinieerbare. Dat iets, wat Kerouac het 'it' noemt, is een gewaarwording die zeer moeilijk te omschrijven valt, maar wat ―naar men mag aannemen― alleen te bereiken valt door ongeremd te leven, door zich volledig te durven geven (het ‘Just do it’ van Nike!).

En ongeremd leven is wat de zwarte jazz-muzikanten volgens Kerouac zeer goed konden: gebruik makend van hun muziek probeert hij meermaals te verduidelijken wat hij onder de term verstaat. Zo staat Dean Moriarty in een bepaalde passage bijna in trance te luisteren naar één van zijn Bop-helden: 'Dean stood before him with head bowed, repeating over and over again, 'Yes... Yes... Yes.' He took me into a corner. 'That Rollo Greb is the greatest, most wonderful of all. That's what I was trying to tell you - that's what I want to be. I want to be like him. He's never hung-up, he goes every direction, he lets it all out, he knows time, he has nothing to do but rock back and forth. Man, he's the end! You see, if you go like him all the time you'll finally get it.' 'Get what?' 'IT! IT!''

Uiteindelijk brengt de zoektocht naar het ongrijpbare 'it' Sal en Dean via de Pan American Highway helemaal naar het Zuiden, naar Mexico, langs de route van de oude Amerikaanse outlaws. Mexico was het land waar alles nog echt - authentiek - leek, waar alles nog mogelijk was. Een land waar ze hun eigen verlossing konden vinden, maar waar ze elkaar verloren. Mexico fungeerde als het beloofde land. (En waar de echte Dean Moriarty vele jaren later door overmatig drugsgebruik het leven zou laten.)

Talloze beatniks en hippies zouden in navolging van Sal Paradise en Dean Moriarty in de jaren zestig doorheen de Verenigde Staten trekken en naar Mexico en andere woeste onbeschaafde landen gaan. De film Easy Rider, met in de hoofdrollen Dennis Hopper en Henry Fonda, schetst accuraat de wereld van deze nieuwe avonturiers, maar laat op even treffende wijze de reactie van de conservatieve boeren van de 'deep south' zien op die invasie van wat zij beschouwden als nozems en langharig tuig. Voor de narrowminded tegenstanders waren de door professor en drugsgoeroe Timothy Leary gepropageerde maar in 1966 verboden geestverruimende LSD-experimenten en de bandeloze sex meer dan reden genoeg om onverdraagzaam op te treden tegenover de beatniks. De Hell's Angels, met hun vaak gewelddadige sociale contestatie, zouden dit negatieve imago alleen maar versterken. In die mate dat Allen Ginsberg, het nodig achtte om alle nieuwe outlaws aan de hand van een versregel uit Bob Dylans "Absolutely Sweet Marie" te waarschuwen om zich niet zo extreem te gedragen als de voorbeelden uit Kerouac's werk: '[...] remember, good Anarchists, 'To live outside the Law you must be honest.' Drunken aggressive beer bootles 'll never redeem anybody.'

Het was trouwens Bob Dylan (°1941) die het leven on the road via zijn muziek - om de massa te bereiken ontegensprekelijk een krachtiger medium dan de literatuur - zou overbrengen naar miljoenen mensen in de ganse wereld. Zijn teksten waren sterk beïnvloed door de repetitieve spontaneous prose van Kerouac en de protestonderwerpen van de Beat Generation. Reeds in maart 1962, nog geen vijf jaar na Kerouac's meesterwerk, bracht de toen 21-jarige Dylan zijn eerste langspeelplaat uit. Daarin zou hij, in een ode aan de oude reizende folk-held en hobo Woody Guthrie, de Amerikaanse jeugd op volgende tamelijk expliciete wijze aanzetten om - in navolging van hun voorouders die het binnenland in trokken om het wilde westen te gaan veroveren - zelf ook de wereld in te trekken: 'I'm a-leaving' tomorrow, but I could leave today/ Somewhere down the road someday/The very last thing that I'd want to do/Is to say I've been hittin' some hard travelin' too.'

Later zou de jonge beatnik de folkwereld schokken door 'elektrisch' te gaan, en met Like a Rolling Stone in het psychedelische tijdperk het lijflied van een generatie schrijven. Een generatie die zich zou afzetten van de heersende waarden en normen, die het individu opnieuw - dit is een golfbeweging - zou laten primeren nadat het veel te lang ondergeschikt was aan gemeenschapsbelangen. Een generatie die ondermeer door Herbert Marcuse's teksten geleid zou worden in hun utopische maar vaak wèl gewelddadige strijd - mei '68! - voor een meer humane maatschappij. Een generatie die demonstreerde tegen de atoombommen en de Vietnamoorlog, kortom tegen het establishment, en daarbij op hun beurt door de gevestigde orde afgeschilderd werd als 'baardige pleitbezorgers van seksuele bandeloosheid en ongewassen nozems, ruziezoekers en niets-nutten die de straten onveilig maken'. Veel (her)leesgenot... (tb)

Geen opmerkingen: