woensdag 26 december 2007

ITALO CALVINO


Hoe meer de temperatuur het vriespunt nadert, hoe meer Zwarte Vijvers warm loopt voor exotische reizen. Niet naar verlaten palmboomstranden of begeleide safari's, maar als het even kan naar tot de verbeelding sprekende steden. De foto hierboven nam ik in miljoenenstad Caïro. Het moet iets van 40 graden geweest zijn. Ik herinner me nog dat ik op dat moment al mijn Egyptische ponden veil had voor een nachtje in een ijshotel. Het kan verkeren.

Reizen kun je natuurlijk ook in de verbeelding. In mijn onbewoond eiland-lijstje van essentiële boeken staat bovenaan De onzichtbare steden van de Italiaan Italo Calvino. Het is een moeilijk boek. Het is een postmodern boek uit 1972. Maar wie doorbijt, stuit elke halve pagina op te onderstrepen passages. Marco Polo doet in de fragmentarische roman verslag van zijn roemruchte wereldreizen, aan Kublai Khan. Maar de machtige keizer heeft al snel door dat de opwindende oorden waarover de zeevaarder het heeft, niet echt bestaan. Marco Polo fantaseert over 'de subtiele steden', 'de verborgen steden', 'de steden en de ogen'... Als je overal al bent geweest, als je het allemaal wel gezien hebt, ben je toe aan Calvino's meesterwerk. Een geniale roman om voorgoed in thuis te komen:

Wie in Tecla aankomt, ziet weinig van de stad, achter planken schuttingen, beschermingen van jute, stellingen, metalen constructies, houten bruggen aan kabels of op stutten, ladders, steigers. Op de vraag: 'Waarom gaat de bouw van Tecla zo lang door?' gaan de bewoners gewoon door met het ophijsen van emmers, het neerhalen van loodlijnen, het op en neer bewegen van kwasten.

'Opdat het verval niet begint,' antwoorden ze. En als je ze vraagt of ze niet bang zijn dat de hele stad begint af te brokkelen en in stukken te vallen zodra ze de balken weghalen voegen ze haastig, op fluistertoon, toe: 'Niet alleen de stad.'

Als iemand, ontevreden over hun antwoorden, tuurt door een spleet in de afrastering, ziet hij hijskranen die andere hijskranen ophijsen, geraamtes die andere geraamtes bekleden, balken die andere balken steunen. 'Wat voor zin heeft jullie bouwen?' vraagt hij. 'Wat is het doel van een stad in aanbouw als er geen stad is? Waar is het plan dat jullie volgen, het ontwerp?'

'We laten het je zien zodra de werkdag om is, nu kunnen we niet stoppen,' antwoorden zij.

Het werk stopt bij zonsondergang. De nacht valt over het bouwterrein. Het is een nacht vol sterren. 'Dat is het ontwerp,' zeggen zij.

Geen opmerkingen: